Beheerverordening voor de NOORDER- en ZUIDERBEGRAAFPLAATS te DRACHTEN met ingang van 1 januari 2016

Administratie adres:
Kantoor der Kerkelijke Administraties
9203 GH Drachten 
telefoon 0512 – 539 946 
e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Beheerder: tel. nr. 0512 – 385 955 of 06 – 2340 8605

De Noorder- en Zuiderbegraafplaats (voorste gedeelte) zijn eigendom van de  Protestantse Gemeente te Drachten. De verantwoording voor de Administratie en  het Beheer berust bij het College van Kerkrentmeesters.



HOOFDSTUK 1 

ALGEMENE BEPALINGEN 

Artikel 1 

Begripsomschrijvingen 

  1. Dit reglement verstaat onder: 

houder van de  begraafplaats: 

de eigenaar van de begraafplaats

administrateur: degene die door de houder van de begraafplaats is aangewezen voor het verzorgen van  de administratie van de begraafplaatsen. 

beheerder: degene die door de houder van de begraafplaats belast is met het dagelijkse beheer van  de begraafplaatsen of degene die hem vervangt. 

rechthebbende: degene die een uitsluitend recht heeft. 

uitsluitend recht: het recht om in een particulier graf te doen begraven of begraven te houden. 

particuliergraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon  het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken. De  rechthebbende heeft ook het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden  van asbussen met of zonder urnen. Dan is er sprake van een particulier urnengraf. 

speciaal  particulier  urnengraf:  

een specifiek daartoe aangewezen graf of grafkelder, waarvoor aan een natuurlijk of  rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden  van asbussen met of zonder urnen. De rechthebbende heeft voor deze graven niet het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden van lijken. 

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen. 

asbus: een bus ter berging van de as van een overledene. 

grafbedekking: gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting alsmede graftuintjes. 

gedenkteken: voorwerp op een graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren, daaronder  begrepen kettingen en hekwerken. 

grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht. 

graftermijn: de termijn gedurende welke men het uitsluitend recht heeft een lijk te doen begraven en/of  begraven te houden.  

  1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze beheerverordening bepaalde wordt, voor zover van  belang, onder eigen graf mede verstaan een eigen urnengraf. Graven die niet zijn aangewezen als speciale  urnengraven, maar toch gebruikt worden voor het bijzetten van een asbus of urn worden door hun gebruik niet  beschouwd als speciale urnengraven.

Artikel 2 

Beheer 

De eindverantwoording voor het beheer en de administratie van de begraafplaatsen berust bij de houder van  de begraafplaats, die eigenaar is van de begraafplaatsen. 

De eigenaar is de Protestantse Gemeente in Drachten, deze laat zich vertegenwoordigen door het College  van Kerkrentmeesters.  

De houder van de begraafplaatsen wijst een beheerder aan die het dagelijkse beheer heeft over de  begraafplaatsen. Tevens is een kerkmeester begraafplaatsen aangesteld die de direct leidinggevende is van  de beheerder. 

Artikel 3 

Administratie 

De administratie van de begraafplaatsen wordt gevoerd door een door de houder van de begraafplaatsen  aangewezen administrateur. 

Artikel 4 

Register 

De administrateur houdt met behulp van een register aantekening van alle op de begraafplaatsen begraven  lijken en bijgezette asbussen of urnen, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar deze begraven of  bijgezet zijn. In het register worden tevens de door de houder van de begraafplaatsen reeds uitgegeven, maar  nog niet gebruikte graven aangetekend. Van elk graf worden de naam, adres en woonplaats van de  rechthebbende en eventueel een correspondentieadres in het register opgenomen. Het register wordt in  tweevoud bijgehouden. Een plattegrond kan op verzoek samen met de beheerder worden ingezien. 

HOOFDSTUK 2 

OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN 

Artikel 5 

Openstelling begraafplaatsen 

  1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk vanaf 8.00 uur tot zonsondergang. De  houder van de begraafplaatsen maakt deze tijden openbaar bekend. Kinderen beneden 12 jaar hebben  slechts toegang, indien zij zijn vergezeld van een volwassene. 
  2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden  gesloten. 
  3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn zich daarop  te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of het bijzetten van asbus of urn. 

Artikel 6 

Ordemaatregelen 

  1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met  toestemming van of namens de houder van de begraafplaatsen, werkzaamheden voor rechthebbenden  aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden  gegeven. 
  2. Het is verboden zonder noodzaak over de graven te lopen, beplantingen te beschadigen of bloemen te  plukken. Honden dienen aangelijnd te zijn. 
  3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats  hebben te verrichten zijn verplicht, zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de  aanwijzingen van de beheerder. 
  4. Degenen die het in het tweede lid vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in het derde lid  bedoelde aanwijzingen moeten zich, op eerste aanzegging door de beheerder, van de begraafplaats  verwijderen. 

Artikel 7 

  1. Voor dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de  begraafplaatsen moet, minimaal vijf dagen vooraf, toestemming gevraagd worden aan de houder van de  begraafplaats onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal  plaats vinden. 
  2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust  en netheid houden aan de aanwijzingen van de houder van de begraafplaats of de beheerder. 3. Bijeenkomsten op de begraafplaatsen, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of naar het  oordeel van de houder van de begraafplaats zullen hebben, kunnen door de houder van de begraafplaats  worden verboden of beperkt. 

Artikel 8 

Opgraven en ruimen 

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven gebeurt door daartoe aangewezen professionele personen  cq. gecertificeerde bedrijven. 

Andere personen is het niet geoorloofd daarbij aanwezig te zijn behoudens schriftelijke toestemming van de  beheerder. De beheerder en de houder van de begraafplaatsen zijn niet aansprakelijk voor schade, van welke  aard ook, die mocht opkomen aan personen die bij deze opgraving aanwezig zijn.

HOOFDSTUK 3 

VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING EN BIJZETTEN VAN ASBUS OF URN 

Artikel 9 

Kennisgeving begraven of bijzetten van asbus of urn, openen en sluiten van het graf 1. Degene, die wil doen begraven of een asbus of urn wil doen bijzetten treedt zo spoedig mogelijk na  overlijden doch uiterlijk 3 dagen voorafgaande aan de begraving of bijzetting in overleg met de beheerder.  Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te  begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam  identiteitskenmerk. 

  1. Het openen van een graf ter begraving of voor het bijzetten van asbus of urn en het daarna sluiten  van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het  personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De  nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk  zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag  mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. 

De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze  werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. De werkzaamheden voeren zij op  eigen risico uit, met uitsluiting van elke aansprakelijk op de beheerder of de houder van de  begraafplaats. 

Artikel 10 

Te overleggen stukken 

  1. Begraving mag slechts geschieden indien het verlof tot begraven of bijzetten van asbus of urn is overlegd  aan de beheerder. Indien de begraving of het bijzetten van asbus of urn in een particulier graf zal  plaatsvinden, dient op verzoek van de beheerder de akte van grafuitgifte getoond te kunnen worden.  2. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de genoemde stukken. 

Artikel 11 

Tijden van begraven en bijzetten van asbus of urn 

  1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot  begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende termijn voor  begraving of crematie heeft vastgesteld of als de houder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft  verleend. 
  2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven of bijzetten van asbus of urn op werkdagen van 9 tot 16  uur en op zaterdag van 9 tot 12 uur. De houder van de begraafplaatsen kan in bijzondere gevallen van  deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 

DE GRAVEN 

Artikel 12 

Soorten graven en termijnen  

  1. Op de begraafplaatsen worden particuliere graven, particuliere urnengraven en speciale urnengraven  onderscheiden. 
  2. De houder van de begraafplaats heeft de afmetingen van de graven bepaald in Artikel 20. 3. De graftermijn voor het recht op begraven, of begraven te houden is bij uitgifte 20 jaar.  4. In een particulier graf mogen als regel maximaal 2 urnen geplaatst en één lijk begraven worden. 

Artikel 13 

Particulier graf 

  1. Een uitsluitend recht op begraven kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door de houder van de  begraafplaats wordt een akte van grafuitgifte opgemaakt.  
  2. In de akte van grafuitgifte wordt vermeld voor welk graf het recht op begraven is uitgegeven, voor welke  termijn, tegen welke prijs, wie er in begraven is, alsmede de naam, adres en woonplaats van de  rechthebbende. De termijn van uitgifte is bepaald op 20 jaar. De verschuldigde rechten dienen vooruit  voor de volle termijn te worden voldaan. De aanvang van de graftermijn is de datum van uitgifte vermeldt  op de akte van grafuitgifte. 
  3. De rechthebbende ontvangt een exemplaar van de Akte van grafuitgifte. 
  4. De rechthebbende is verplicht adreswijzigingen zo spoedig mogelijk door te geven aan de administrateur  van de begraafplaats. Indien op enig moment blijkt dat het adres van de rechthebbende niet in  overeenstemming is met het bij de administrateur bekende adres, vindt een mededeling plaats op het  mededelingenbord van de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar het mededelingenbord  aangebracht. Indien na het verstrijken van één kalenderjaar of na het verstrijken van de graftermijn het  adres nog niet bij de administrateur bekend is vervallen alle rechten ten aanzien van het graf aan de  houder van de begraafplaats. 
  5. Begraving of bijzetting in een ongebruikt graf, waarvan de graftermijn binnen de wettelijk grafrusttermijn  afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de graftermijn met een zodanige periode  dat de als dan verkregen graftermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging zal  plaatsvinden tegen de dan geldende tarieven. De verlenging dient te worden aangevraagd door de  rechthebbende of indien deze is overleden, door een ander persoon genoemd in Artikel 15 lid 2. 
  6. Begraving of bijzetting in een gebruikt graf kan in principe alleen plaatsvinden na een grafrusttermijn van  20 jaar. Eerdere gebruikmaking kan alleen na toestemming van de houder van de begraafplaatsen en met  inachtneming van de wettelijk grafrusttermijn. 

Begraving of bijzetting in een gebruikt graf kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de  graftermijn met een zodanige periode dat de als dan verkregen graftermijn tenminste gelijk is aan de  wettelijke grafrusttermijn. De verlenging zal plaatsvinden tegen de dan geldende tarieven. De verlenging  dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden, door een ander persoon  genoemd in Artikel 15 lid 2. 

Artikel 14 

Verlenging graftermijn 

  1. De rechthebbende van een graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd voor bepaalde tijd kan  verzoeken deze termijn te verlengen. Het voor bepaalde tijd verleende recht wordt verlengd, mits het  verzoek gedaan is voor het verstrijken van de graftermijn. Volgens wettelijke regels mag verlenging van  de graftermijn uitsluitend plaatsvinden binnen twee jaar voorafgaande aan de datum waarop de 

graftermijn eindigt. De verlenging geschiedt telkens voor 10 jaar of 20 jaar, dit in overleg tussen de  rechthebbende en de administrateur, tegen de dan geldende tarieven. De verschuldigde rechten dienen  vooruit voor de volle afgesproken termijn te worden voldaan.  

  1. Binnen een jaar na aanvang van de termijn waarin verlenging van het recht kan worden verzocht doet de  houder van de begraafplaats aan de rechthebbende, op het hem bekende adres, schriftelijk mededeling  van het verstrijken van de termijn en van het bepaalde in het eerste lid. 
  2. Indien niet binnen 3 maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, om  verlenging van het recht is verzocht, zal de houder van de begraafplaats de mededeling bekend maken  bij de ingang van de begraafplaats, met een verwijzing hiernaar bij het graf. 

De bekendmaking blijft aanwezig bij de ingang van de begraafplaats tot het einde van de periode  waarvoor het recht was gevestigd. 

  1. Indien er voor het verstrijken van de graftermijn geen verzoek tot verlenging is ontvangen, is er geen  rechthebbende meer en vervallen alle rechten aan de houder van de begraafplaats. 5. Bij verlenging wordt tegen inlevering van de laatst afgegeven akte van grafuitgifte, aan de  rechthebbende een nieuwe akte van grafuitgifte uitgereikt. 

Artikel 15 

Overschrijving van verleende rechten 

  1. Het uitsluitend recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven  ten name van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad.  Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan in de voorafgaande zin is  vermeld, is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit ter beoordeling van de houder  van de begraafplaats. 
  2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de  echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het  verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende.  Overschrijving ten name van een ander dan in de voorafgaande zin is vermeld, is slechts mogelijk  indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit ter beoordeling van de houder van de begraafplaats. 
  3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, vervallen alle  rechten aan de houder van de begraafplaats. Het uitsluitend recht op een graf is geen registergoed. 4. Van iedere overschrijving van het uitsluitend recht wordt aantekening gemaakt in het in artikel 4  genoemde register. 
  4. De in lid 4 genoemde aantekening vindt plaats, na ontvangst van een ondertekende Afstandsverklaring  wegens overschrijving van grafrechten door de oude rechthebbende of een ander persoon genoemd in de  eerste regel van lid 1. De nieuwe rechthebbende ontvangt een akte van grafuitgifte wegens overschrijving  grafrechten.  
  5. Voor het doen laten plaatsvinden van overschrijving van verleende rechten worden administratiekosten in  rekening gebracht bij de nieuwe rechthebbende. 

Artikel 16 

Afstand doen van het uitsluitend recht 

  1. Alleen van ongebruikte graven en van graven waarvan de datum van de laatste begraving meer dan 20  jaar is verstreken, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op begraven. Hiervoor  maakt de administrateur voor rechthebbende een Afstandsverklaring op, die door rechthebbende dient te  worden ondertekend en daarbij wordt de oorspronkelijke akte van grafuitgifte ingeleverd.  
  2. Alleen bij ongebruikte graven kan op verzoek van rechthebbende een terugbetaling plaatsvinden van een  deel van de destijds voor de oorspronkelijke graftermijn vooruitbetaalde bedragen. Er wordt dan een  percentage van gebruik vastgesteld volgens de methode vermeld in lid 3. 
  3. De termijn waarvan werkelijk gebruik is gemaakt van het uitsluitend recht wordt uitgedrukt in een naar  beneden afgerond geheel aantal maanden. Het gevonden getal wordt gedeeld door het aantal maanden  van de oorspronkelijke graftermijn. De gevonden breuk vermenigvuldigt met 100% is het percentage van 

gebruik. Dit percentage van gebruik wordt vermenigvuldigd met het destijds vooruitbetaalde bedrag. Het  verkregen bedrag wordt afgetrokken van het destijds vooruitbetaalde bedrag, waardoor het terug te  betalen bedrag bepaald is. Daarnaast zullen er administratiekosten in rekening gebracht worden. 

Artikel 17 

Grafkelder 

Er kunnen om redenen van technische aard geen grafkelders meer worden geplaatst. 

Artikel 18 

Ruiming van graven 

  1. Met inachtneming van de bepalingen in de ‘Wet op de lijkbezorging’ en de bepalingen gesteld in deze  beheerverordening kan de houder van de begraafplaats graven doen ruimen. Ruiming van graven  waarop een uitsluitend recht rust kan slechts met toestemming van de rechthebbende op dat graf. Een  rechthebbende kan de houder van de begraafplaats schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen  verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te  doen begraven. 
  2. Het voornemen van de houder van de begraafplaats om tot ruiming van een graf over te gaan, waarop  geen recht meer rust wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf  geruimd zal worden kenbaar gemaakt op de begraafplaats. 
  3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven.  

Artikel 19 

In stand te houden historische graven en opvallende grafbedekking. 

  1. De houder van de begraafplaats houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of  waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 
  2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan, onderzoekt de houder van de begraafplaatsen of er graven  zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 
  3. De houder van de begraafplaats beslist in overleg met zijn meerdere over het ruimen van graven en het  verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 5 

GRAFBEDEKKINGEN 

Artikel 20 

Toestemming grafbedekking 

  1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijke toestemming nodig van de houder van de  begraafplaats. De grafbedekking behoeft naar vorm, soort, uitvoering en opschrift voorafgaande  goedkeuring. De rechthebbende dient hiertoe tijdig een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de houder  van de begraafplaats. Hierin moet aangegeven zijn de toe te passen materialen en uitvoering, alsmede  een schets met duidelijke maatvoering. Tevens moet een kopie van de offerte bijgevoegd worden.  Gedenktekens mogen pas geplaatst worden, nadat gerechtigde hiervan een schriftelijke melding heeft  ontvangen van de houder van de begraafplaats.  
  2. Indien grafbedekking zonder voorafgaande melding of goedkeuring geplaatst is, zal de rechthebbende  schriftelijk door de houder van de begraafplaats gewaarschuwd worden, met daarbij het verzoek om  binnen een gestelde termijn alsnog volgens lid 1 van dit artikel te handelen. Indien deze echter, na  verloop van de gestelde termijn in gebreke blijft, zal in opdracht van de houder van de begraafplaats en  op kosten van de rechthebbende, de grafbedekking worden verwijderd en zullen deze vervallen aan de  houder van de begraafplaats. Evenals de rechten ten aanzien van het graf. 
  3. Het aanleggen van graftuintjes is toegestaan. De maximale breedte van een graftuintje mag 75cm  bedragen voor een enkel graf en 160cm voor een dubbel graf. De oppervlakte van een graftuintje (of  beplanting) mag maximaal 50% van de totale grafruimte bedragen. 
  4. Grafbedekking mag niet hoger zijn dan 150cm.  

Gedenktekens mogen uitsluitend naast elkaar op één of meer bij elkaar behorende graven geplaatst  worden. Ze dienen éénzijdig beletterd te zijn. De maximale breedte van een gedenkteken voor een  enkel graf is 75cm en 160cm voor een dubbel graf. 

  1. Het is niet toegestaan om een hekwerk al dan niet voorzien van kettingen te plaatsen. 6. De oppervlakte van een gedenkteken mag maximaal 35% van de totale grafruimte bedragen.  7. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking moet worden aangevraagd door en wordt gesteld  

op naam van de rechthebbende. Voor plaatsing van een gedenkteken is de rechthebbende  plaatsingsrechten verschuldigd. Bij overschrijving van een uitsluitend recht wordt de als dan ingeschreven  rechthebbende beschouwd als de houder van de toestemming. 

  1. Schade (hieronder ook begrepen eventuele vervolgschade aan derden) door welke oorzaak ook ontstaan  ten gevolge van de aanwezigheid van grafbedekking is voor rekening en risico van de rechthebbende (of  voor de andere personen genoemd in artikel 15 lid 2). Schade veroorzaakt door het personeel van de  begraafplaats wordt hierbij uitgesloten. 

Artikel 21 

Grafbeplanting 

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door degene die  belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden  gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt  zijn worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter  beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk  verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 22 

Verwijdering grafbedekking 

  1. De grafbedekking zal, indien er geen sprake is van verlenging van de graftermijn, na het verstrijken van de  bepaalde graftermijn door de beheerder worden verwijderd. De houder van de begraafplaats kan de  kosten hiervan op de rechthebbende verhalen. 
  2. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij de houder van de begraafplaats ingediend verzoek,  komt de grafbedekking na verwijdering ter beschikking van de rechthebbende. Het verzoek dient te  worden ingediend gedurende het jaar waarin de graftermijn afloopt.  
  3. De grafbedekking vervalt aan de houder van de begraafplaats indien: 
  4. geen verzoek op grond van lid 2 is ingediend; 
  5. de grafbedekking niet binnen een termijn van 6 maanden nadat de verwijdering heeft plaatsgevonden  is afgehaald.

HOOFDSTUK 6 

ONDERHOUD 

Artikel 23 

Onderhoud door de beheerder 

  1. De houder van de begraafplaats belast zich met het onderhouden van de begraafplaats, waaronder  wordt verstaan het onderhoud aan gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van  de algemene beplanting en de watergangen e.d. 
  2. De houder van de begraafplaats belast zich tevens met het algemene onderhoud der graven, waaronder  wordt verstaan het: 
  3. snoeien van de blijvende grafbeplanting; 
  4. schoonhouden van gedenktekens en het opnieuw stellen na verzakking van gedenktekens, voor zover dit niet als steenhouwers werkzaamheden is aan te merken. 
  5. Voor het bekostigen van bovengenoemd onderhoud zijn door de rechthebbende rechten verschuldigd. 

Artikel 24 

Onderhoud door de rechthebbende 

  1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder  niet wordt verstaan het algemene onderhoud als bedoeld in Artikel 23 lid 2, maar steenhouwers werk zaamheden (herstel en vernieuwing), onderhoud aan hekwerken en afscheidingen e.d., het kleuren en  bijwerken van opschriften en het verzorgen van graftuintjes en niet-blijvende grafbeplanting. 
  2. Schade aan de grafbedekking is, overeenkomstig het gestelde in Artikel 20 lid 8, voor rekening van de  rechthebbende. 
  3. Ingeval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud door de rechthebbende, zal de houder van de begraafplaats, voor zover de plicht van het onderhoud niet bij hem ligt, deze verwaarlozing vastleggen in  een schriftelijke verklaring en aangetekend doen toekomen aan de rechthebbende. De rechthebbende  dient, na ontvangst van de schriftelijke verklaring, binnen één jaar in het onderhoud te voorzien. 
  4. Indien de ontvangst van de verklaring, bedoeld in het derde lid, niet is bevestigd, maakt de houder van de  begraafplaats de verklaring bekend bij de ingang van de begraafplaats, met een verwijzing hier naar bij  het graf, gedurende een periode van vijf jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. 
  5. Indien toepassing is gegeven aan het derde of vierde lid en niet alsnog in het onderhoud van het graf is  voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de periode van één dan wel vijf jaar, bedoeld in  het derde respectievelijk vierde lid, is verstreken. 
  6. Indien het recht op het graf nog geen twintig jaar is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld in  het vijfde lid is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van twintig jaar is verstreken  dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van het  graf is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van twintig jaar is verstreken.

HOOFDSTUK 7 

ADMINISTRATIE 

Artikel 25 

Verplichtingen administrateur 

De administrateur houdt het in artikel 4 genoemd register bij.  

Artikel 26 

Adreswijziging rechthebbende 

  1. De rechthebbende dient bij verhuizing de administrateur schriftelijk in kennis te stellen van zijn nieuwe  adres. 
  2. De administrateur is niet verplicht om het nieuwe adres van de rechthebbende te achterhalen, hij mag  gebruik maken van het hem laatst bekende adres.  

Artikel 27 

Beheerverordening  

  1. Door het verkrijgen van het recht op begraven en/of begraven houden aanvaard de rechthebbende de  rechten en verplichtingen bij beheerverordening geregeld.  
  2. Voor het bijhouden van een adequate administratie is de rechthebbende rechten verschuldigd. 

Artikel 28 

Jaarlijks totaaltarief in verband met overgangsregelingen. 

  1. Bij het voor het eerst of opnieuw gebruiken van een graf dienen de verschuldigde rechten, vooruit voor  20 jaar, door de rechthebbende te worden voldaan.  

De mogelijkheid tot jaarlijkse betaling vervalt met bovenstaande zin.  

  1. Bij verlenging van de graftermijn of bij overschrijving van het recht naar een nieuwe rechthebbende, is de  rechthebbende verplicht om de verschuldigde rechten vooruit voor de volle afgesproken termijn te  voldoen en vervalt de mogelijkheid tot jaarlijkse betaling van de rechten.  

Artikel 29 

In gebreke blijven van de betalingsverplichting 

Indien gedurende één jaar de verschuldigde bedragen zoals genoemd in de tarievenlijst niet ten volle zijn  voldaan, wordt de rechthebbende schriftelijk door de administrateur in gebreke gesteld, met daarbij het  verzoek om binnen een redelijke termijn het achterstallige bedrag alsnog te voldoen. Indien deze echter, na  verloop van de gestelde termijn nog in gebreke blijft, zal de administrateur de vordering rechtens gaan  innen, verhoogd met de hieruit voort komende kosten. Bij het niet voor 100% voldoen aan de  betalingsverplichting vervallen alle rechten van rechthebbende aan de houder van de begraafplaats.  Eventueel aanwezige grafbedekking zal in opdracht van de houder van de begraafplaats worden verwijderd.

HOOFDSTUK 8 

KLACHTEN 

Artikel 30 

  1. Rechthebbenden en andere personen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke  handelingen betreffende de begraafplaats bij de houder van de begraafplaats een schriftelijke klacht  indienen. 
  2. De houder van de begraafplaats beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. De houder van  de begraafplaats kan deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen. 
  3. De houder van de begraafplaats brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van  de klager.

HOOFDSTUK 9 

OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN 

Artikel 31 

Het recht op een particulier graf, verleend vóór het in werking treden van dit reglement, wordt geacht een  uitsluitend recht op een graf in de zin van de ‘Wet op de lijkbezorging’ te zijn. 

Artikel 32 

  1. Ingeval van verschil van mening over de toepassing van deze beheerverordening en in alle gevallen  waarin deze beheerverordening niet voorziet, beslist de houder van de begraafplaats. 2. Wijziging van dit reglement kan plaats vinden door de houder van de begraafplaats. 3. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2011. 
  2. Als dan vervallen de voordien bestaan hebbende voorschriften en bepalingen, behoudens eerbiediging  van het uitsluitend recht op begraven, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement. 

Aldus vastgesteld tijdens de vergadering van het College van Kerkrentmeesters 

op maandag 14 februari 2011.

 

TARIEVENOVERZICHT  BEHORENDE BIJ HET REGLEMENT VOOR
DE NOORDER- EN ZUIDERBEGRAAFPLAATS TE DRACHTEN

 

  • Onderstaande tarieven gelden vanaf 1 januari 2023

 

Tarief bij verkrijging grafrechten      

Grafrechten bij verkrijging van een graf   -   graftermijn van 20 jaar     -        €  1.570,--

 

Tarief bij verlenging van grafrechten

Grafrechten bij verlenging van een graf   -   graftermijn van 10 jaar     -        €     785,--

Grafrechten bij verlenging van een graf   -   graftermijn van 20 jaar     -        €  1.570,--

 N.B.:  De verschuldigde rechten dienen vooruit voor de volle termijn te  worden voldaan.

Er zijn enkele speciale graven die alleen voor het bijzetten van een asbus of urn gebruikt kunnen worden.
De tarieven voor deze  urnengraven zijn steeds 60% van de hierboven genoemde bedragen.

 

Speciaal tarief  voor graven uitgegeven voor 1987.

  1. Tarief bij jaarlijkse betaling - per graf                                                  -    €    66,--
  2. Tarief bij overschrijving naar een nieuwe rechthebbende (familie t/m 3egraad)verlenging of bij termijnbetaling:

Grafrechten van een graf bij overschrijving  -  graftermijn van 10 jaar     -    €     510,--

Grafrechten van een graf bij overschrijving  -  graftermijn van 20 jaar     -    €  1.020,--

N.B.:  De verschuldigde rechten bij overschrijving / verlenging dienen vooruit voor de volle termijn te worden voldaan.

 

Tarief voor het openen en sluiten van een graf.

  •  Het delven / sluiten van een graf op maandag t/m vrijdag      -     € 550,--
  •  Het delven / sluiten van een graf op zaterdag                        -     € 825,--

 

Vergoeding administratiekosten 

  • Administratiekosten  o.a.  Art. 15 en 16                                  -      €  60,--

De Noorder- en Zuiderbegraafplaats(voorste gedeelte) zijn eigendom van de Protestantse Gemeente te Drachten. De eindverantwoording voor het Beheer en de Administratie  berust bij het College van Kerkrentmeesters.